In Syrië werkte ik als notaris. Als mensen een contract nodig hadden, kwamen ze naar mij toe. Ik ben niet handig maar juiste woorden zijn héél belangrijk voor mij (lacht). Daarom kom ik vaak naar Oefenkansen. Op school leer ik ook veel maar er is er niet altijd tijd om dingen te vragen. Bijvoorbeeld, wat is het verschil tussen erin of er in? Ook mensen die hier al lang zijn weten niet altijd goed hoe ze dat moeten gebruiken! De Nederlandse taal is soms zo verwarrend voor mij. Toen ik vroeger een zin hoorde zoals ‘Ik leg …. uit,’ dacht ik direct aan ‘ik lig’, aan slapen. Dat is speciaal aan de Nederlandse taal! Je moet wachten tot mensen gedaan hebben met hun zin. In Arabisch beginnen we met het werkwoord en weet de luisteraar direct wat iemand wil zeggen.
Een taal leren is verbinding maken cultuur.
Ik ben de oudste persoon in Oefenkansen Nederlands. Mijn Nederlands is niet zo goed, mijn kinderen spreken wel heel goed Nederlands. Regelmatig vragen zij mij ‘papa, waarom leer jij Nederlands?’. Maar ik ben moedig: ik woon in België en ik wil Nederlands leren! Ik werk niet en ik heb tijd, ik wil daar iets nuttig mee doen. Dat is vechten tegen mezelf, ik vind dat positief! De taal leren is voor mij een manier om verbinding te maken met de Nederlandse cultuur. Als ik vroeger op de bus zat, kon ik niet verstaan wat mensen zeggen, nu wel. Mensen op de bus spreken vooral over de school van hun kinderen, wat ze gisteren gekocht hebben en morgen willen kopen, en over eten. Ikzelf zou liever meer over politiek en filosofie horen (lacht).
Tijdens conversatietafels maak ik ook nieuwe vrienden. Ik heb er altijd van gehouden om vrienden te maken, niet alleen op het werk of in mijn buurt, maar vrienden overal. Daarom neem ik ook deel aan OPEN-BAR bij Amal, ga ik regelmatig mee met Dzjambo en doe ik vrijwilligerswerk bij De Tinten. Belgische mensen zijn vaak serieus, zelf hou ik ervan om grapjes te maken, dat helpt om mensen te leren kennen. Zoals de tijdens de vorige Oefenkansen, er was toen een nieuwe mevrouw die vertelde dat ze uit Colombia kwam. Iemand aan tafel vroeg waar dat ligt en toen zij ‘Zuid-Amerika’ zei, zei ik ‘Nee, Azië’. De mensen keken eerst een beetje raar, ze dachten dat ik het niet goed begreep, maar ik was gewoon aan het lachen. Door te lachen vergeten mensen een beetje zichzelf.
© Foto's: Ilke Goddemaer